Route: Arnarstapi - Stykkisholmur - Hvammstangi
Afstand: 270 km
Activiteiten: wandelen over stranden, haai proeven en vissoep eten
Weer: regen en koud
Overnachting: Hvammstangi - Guesthouse Hanna Sigga
Ondanks de koude avond van gisteren, hebben we het lekker warm gehad vannacht. We slagen er in om net voor het begint te regenen onze tent op te plooien en rijden naar de dramatische kliffen van Djupalon en Dritvik. Het strand is er bezaaid met resten van een aangespoeld scheepsvrak: de roestige stalen brokstukken vormen een mooi contrast met het zwarte zand. We proberen er de vier zware stenen te heffen die vroeger werden gebruikt om te testen of je geschikt was om visser te worden. De lichtste steen weegt 23 kg, de zwaarste 154 kg!
We rijden wat verder langs de peninsula en houden halt aan Malarrif, Londrangar en Skardsvik voor nog meer wandelingen langs stranden en kliffen. De meeste stranden zijn pikzwart, met uizondering van het strand van Skardsvik dat met z'n goudgeel zand en azuurblauw water er helemaal anders uitziet. We wanen ons even aan de Côte d'Azur, al zouden we daar in augustus zeker niet met jas en muts rondlopen!
De stranden laten we nu even voor wat het is en we vervolgen onze weg via route 54. Aan het kleine museum van Bjarnarhofn houden we halt. De boerderij is gespecialiseerd in de productie van gefermenteerde haai, Hakarl. De lieve eigenaars geven ons met veel passie uitleg over het rottingsproces dat nodig is om een stuk haai om te vormen tot de gekende delicatesse. We proeven er een stukje van de rotte haai: eerst zijn we overweldigd door de scherpe geur van ammoniak, maar wanneer de haai wegknabbelen met een stukje peperkoek valt de smaak nog wel mee. Ulrike neemt zelfs een tweede stukje, ik hou het liever bij één stuk. Het museum is een verzameling van allerlei oude visserspulletjes en opgezette dieren. Er loopt een superlieve kat rond, die ons doet denken aan onze poes in België.




De toch wel scherpe stukjes haai spoelen we naderhand met veel plezier weg met een koffie'tje in het visitor center van Grundarfjordur. Een sympathieke ober fluistert ons het paswoord voor de -betalende- wifi toe, waardoor we op het internet een leuke overnachting kunnen opzoeken. We bellen even naar Guesthouse Hanna Sigga in Hvammstangi en boeken er een nachtje comfort.
Via Stykkisholmur rijden we verder tot Hvammstangi. We laten onze spullen achter in de guesthouse en rijden door het stadje naar het schiereiland Vatnsnes. Achter het centrum verandert de weg abrupt in een gravelwegje. Iets verderop trachten we de vele vogels te ontwijken op de baan. Wanneer we op hen af rijden vliegen ze niet eens op: ze blijven midden op de weg staan en kijken ons aan. Geregeld moeten we hard op de remmen gaan staan om zo'n "suicide bird" te ontwijken. De weg ligt bezaaid met restjes van vogels die minder geluk hadden en aangereden werden, gruwelijk!
We stoppen enkele malen en kijken vanop het strand naar de enkele zeehonden die in het water zwemmen. Veel zijn er niet, maar toch is het leuk om naar te kijken. In Geitefell eten we een overheerlijke vissoep en skyrtaart (taart op basis van een soort platte kaas). We keren nadien met volle buikjes terug richting Hvammstangi en genieten er van een heerlijke douche en bed.