Deze blog is verhuisd.

Je wordt automatisch doorverwezen binnen de 6 seconden. Loopt er iets mis, klik dan op
www.lauruli.com
en pas je favorieten aan.

woensdag 7 augustus 2013

IJsland 2013 - dag 8 - stranden, rotte haai en zeehonden

Klik hier voor een overzicht van de reis.

Route: Arnarstapi - Stykkisholmur - Hvammstangi

Afstand: 270 km
Activiteiten: wandelen over stranden, haai proeven en vissoep eten
Weer: regen en koud
Overnachting: Hvammstangi - Guesthouse Hanna Sigga

Ondanks de koude avond van gisteren, hebben we het lekker warm gehad vannacht. We slagen er in om net voor het begint te regenen onze tent op te plooien en rijden naar de dramatische kliffen van Djupalon en Dritvik. Het strand is er bezaaid met resten van een aangespoeld scheepsvrak: de roestige stalen brokstukken vormen een mooi contrast met het zwarte zand. We proberen er de vier zware stenen te heffen die vroeger werden gebruikt om te testen of je geschikt was om visser te worden. De lichtste steen weegt 23 kg, de zwaarste 154 kg! 


We rijden wat verder langs de peninsula en houden halt aan Malarrif, Londrangar en Skardsvik voor nog meer wandelingen langs stranden en kliffen. De meeste stranden zijn pikzwart, met uizondering van het strand van Skardsvik dat met z'n goudgeel zand en azuurblauw water er helemaal anders uitziet. We wanen ons even aan de Côte d'Azur, al zouden we daar in augustus zeker niet met jas en muts rondlopen!



De stranden laten we nu even voor wat het is en we vervolgen onze weg via route 54. Aan het kleine museum van Bjarnarhofn houden we halt. De boerderij is gespecialiseerd in de productie van gefermenteerde haai, Hakarl. De lieve eigenaars geven ons met veel passie uitleg over het rottingsproces dat nodig is om een stuk haai om te vormen tot de gekende delicatesse. We proeven er een stukje van de rotte haai: eerst zijn we overweldigd door de scherpe geur van ammoniak, maar wanneer de haai wegknabbelen met een stukje peperkoek valt de smaak nog wel mee. Ulrike neemt zelfs een tweede stukje, ik hou het liever bij één stuk. Het museum is een verzameling van allerlei oude visserspulletjes en opgezette dieren. Er loopt een superlieve kat rond, die ons doet denken aan onze poes in België.




De toch wel scherpe stukjes haai spoelen we naderhand met veel plezier weg met een koffie'tje in het visitor center van Grundarfjordur. Een sympathieke ober fluistert ons het paswoord voor de -betalende- wifi toe, waardoor we op het internet een leuke overnachting kunnen opzoeken. We bellen even naar Guesthouse Hanna Sigga in Hvammstangi en boeken er een nachtje comfort.

Via Stykkisholmur rijden we verder tot Hvammstangi. We laten onze spullen achter in de guesthouse en rijden door het stadje naar het schiereiland Vatnsnes. Achter het centrum verandert de weg abrupt in een gravelwegje. Iets verderop trachten we de vele vogels te ontwijken op de baan. Wanneer we op hen af rijden vliegen ze niet eens op: ze blijven midden op de weg staan en kijken ons aan. Geregeld moeten we hard op de remmen gaan staan om zo'n "suicide bird" te ontwijken. De weg ligt bezaaid met restjes van vogels die minder geluk hadden en aangereden werden, gruwelijk! 
We stoppen enkele malen en kijken vanop het strand naar de enkele zeehonden die in het water zwemmen. Veel zijn er niet, maar toch is het leuk om naar te kijken. In Geitefell eten we een overheerlijke vissoep en skyrtaart (taart op basis van een soort platte kaas). We keren nadien met volle buikjes terug richting Hvammstangi en genieten er van een heerlijke douche en bed.

dinsdag 6 augustus 2013

IJsland 2013 - dag 7 - langs de ringweg tot Snaefellsnes

Klik hier voor een overzicht van de reis.

Route: Thorsmork - Reykjavik - Arnarstapi

Afstand: 190 km met auto, 5 km te voet
Activiteiten: langs de ringweg tot Snaefellsness Peninsula
Weer: zonnig maar koud
Overnachting: Arnarstapi camping

We starten de dag met een snel ontbijt in de hut en maken snel onze zakken gereed om op de bus van 8u15 te stappen. De bus brengt ons van Thorsmork tot Reykjavik. Het eerste deel van de rit is met een aangepaste bus: er is geen weg, de bus rijdt over grote rotsblokken en door diepe rivieren met hevige stromingen... Wel wat anders dan wat we gewoon zijn op onze Belgische wegen! Aan de Seljalandsfoss moeten we overstappen op een gewone bus en rijden we langs de ringweg verder. We komen rond 11u30 toe in de BSI Bus Terminal. Ulrike haalt onze spullen op bij de guesthouse en net al sze terug is komt onze pick-up van Sixt ons ophalen. We rijden in het busje tot het kantoor van Sixt en krijgen er van twee erg vriendelijke IJslandse dames een pudding-gele Chevrolet Spark overhandigd.

We vullen de koffer met onze zakken en wat inkopen uit de Bonus en verlaten met de hulp van de wegenkaart de hoofdstad, klaar om de ring in wijzerzin te verkennen. We kiezen voor de kortste route via een lange tunnel, waar al snel blijkt dat de huurauto moeilijk een helling op geraakt: ik rij plankgas en toch geraken we amper vooruit en steken de camions ons voorbij. Dat belooft!
We houden even een lunchpauze en proeven van de gerookte zalm uit de Bonus aan de rand van een klein watervalletje. 
Onderweg worden we getrakteerd op mooie uitzichten, waarond de krater Eldborg. In de verte zien we al snel de Snaefell vulkaan opdoemen met z'n besneeuwde gletsjertop (Snaefellsjökull). De vulkaan is het startpunt van de ontdekkingsreis in het boek van Jules Verne: "Reis naar het middelpunt der aarde".

 
We parkeren de auto in Arnarstapi en doen een korte wandeling uit de Rother-gids (nr 42) tot Hellnar. Er loopt een pad langs de kustlijn dat ons door een lavaveld voert en ons af en toe een blik op de kliffen en golven gunt en dan weer op de Snaefellsjökull.
 
In Hellnar genieten we van een koffietje in een leuk koffiehuisje dat de meest heerlijk uitziende taarten serveert in ouderwets bloemenservies. Het terras geeft uit op de kliffen en de indrukwekkende basaltformaties.
Terug in Arnarstapi zetten we de tent op aan de camping en maken we een pasta'tje gereed. Helaas blijkt al snel dat er geen warm water is: dat betekent een moeilijke afwas met koude handjes! Als de zon weg is zakt de temperatuur snel. We trekken al onze pulls aan en hebben het nog koud. Zodanig koud dat we even in de auto gaan zitten en de zetelverwarming opzetten. Brrrr! Lang buitenzitten zit er niet, dus kruipen we redelijk vroeg in onze slaapzakken. Hopelijk zal het de komende avonden niet zo koud zijn...

maandag 5 augustus 2013

IJsland 2013 - dag 6 - Naar de Fimmvorduhals en terug

Klik hier voor een overzicht van de reis.

Route: Thorsmork (Husadalur) - Morinsheidi - Thorsmork

Afstand: 22 km te voet
Wandelduur: 7 uur
Activiteiten: Fimmvorduhals wandeltocht
Weer: Vulkaanas-mist
Overnachting: Husadalur - Thorsmork camping

Voor het eerst sinds enkele dagen kunnen we opstaan en de tent laten staan. We maken vandaag namelijk een heen en terug tocht. De rugzak wordt gevuld met spullen voor de dag en na een klein ontbijt vertrekken we richting Fimmvorduhals. We zouden vandaag graag tot aan de Fimmvorduhals hut geraken en terug, maar daarvoor moeten we wel 33 km stappen! We zien wel tot waar we geraken...


Via de begroeide heuvels geraken we vanuit Husadalur na een 3-tal km stappen aan de Langidalur hut, die aan de Krossa rivier ligt. Om de rivierbedding over te steken is er een voetgangersbrug waar we even een omweg voor moeten nemen. Na de brug zijn er nog een aantal vertakkingen van de rivier die we oversteken aan de hand van stapstenen. Het is even zoeken om tot de overkant van de immense rivierbedding te geraken, maar eenmaal dat is gelukt volgen we een makkelijke weg tot aan de hut van Basar.

We zijn al een 6-tal km onderweg wanneer we eindelijk de hut van Basar passeren. We begrijpen nu wel waarom de hut van Husadalur niet gebruikt wordt door diegenen die van Landmannalaugar doortrekken tot in Skogar: wat een omweg!

Iets voorbij Basar krijgen we een eerste klim te verduren. Het lijkt wel of de voorbije dagen hun tol beginnen te eisen, want ik geraak maar moeilijk vooruit en dat is erg frustrerend! Via een geleidelijke klim komen we op een iets steiler stukje waar losse kabels liggen om vast te nemen. Vervolgens komen we aan een prachtig maar ook benauwend stukje over een smalle richel, de Kattarhryggir ofte "Cat's spine". We hebben er een prachtig uitzicht over de Strakagil canyon, maar kijken toch vooral waar we onze voeten zetten!

Na nog wat hoogtemeters en kabels komen we toe op een plateau. Achter ons is enkel nog grijze waas te zien, veroorzaakt door het vulkaanas van de Eyjafjallajökull vulkaan (wereldberoemd sinds hij bij de uitbarsting in 2010 heel het vliegverkeer lamlegde), dat met de wind de vallei ingeblazen wordt.
Ik ben ondertussen echt futloos en moe, zeker als ik bedenk dat we nog de hele weg terug moeten keren. We vloeken dat we geen extra dag hebben voorzien om tot Skogar door te trekken. We besluiten om nog tot over de Heidarhorn (1053m) te klimmen en dan terug te keren.
De hellingsgraad is nog wat steviger dan tot nu toe het geval was, maar ik begin ook wat over de vermoeidheid te geraken dus het gaat vlotter dan verwacht. Als we eenmaal over de Heidarhorn zijn, bevinden we ons op een groot plateau, de Morinsheidi. Het uitzicht is helaas beperkt, maar we raden de contouren van de Myrdalsjökull en de Eyjafjallajökull langs weerszijden.
Omdat we nog een lange weg terug moeten, besluiten we (met een beetje tegenzin) om rechtsomkeer te maken. Op de terugweg gaat de aswolk wat liggen en zien we de gletsjers beter liggen. We eten een paar crackers en vervolgen onze weg naar 'huis'.
Via de kabels en de smalle richel van de Kattarhryggir dalen we af tot we in Basar zijn. Van daaruit vervolgen we de (saaie) baan tot aan de oversteekplaats naar Langidalur.
 
De Krossa-rivier ligt anders en het is deze keer moeilijker om een plek te vinden om over te steken zonder de schoenen uit te hoeven trekken. Gelukkig zijn er grote stenen in overvloed en kan Ulrike er een paar op strategische plaatsen smijten, zodat we droog tot de voetgangersbrug geraken. Via de oever gaat het pad verder tot in Langidalur.

Na een laatste eindeloze 3 km komen we helemaal uitgeput toe aan de hut van Husadalur. Ik kan geen stap meer zetten: mijn voeten en kniëen laten weten dat het na het stappen van 87 km in 5 dagen welletjes is geweest!

We ontspannen in de sauna, nemen een warme douche en chillen in de zetels van de hut. We belonen onszelf met een heerlijke maaltijd in hut: bloemkoolsoep, gebraden kip, vis stoofpotje, sla en butternut met dessert en koffie en dat allemaal voor 28 euro. 

Met het buikje meer dan vol gaan we slapen. We zijn helemaal klaar voor het volgende deel van onze reis: een roadtrip helemaal rond IJsland!

zondag 4 augustus 2013

IJsland 2013 - dag 5 - Laugavegur deel 3

Klik hier voor een overzicht van de reis.

Route: Emstrur/Botnar - Thorsmork (Husadalur)

Afstand: 16 km te voet
Wandelduur: 6,5 uur
Activiteiten: Laugavegur trektocht
Weer: zonnig
Overnachting: Husadalur - Thorsmork camping

Eindelijk hebben we nog eens een goede nachtrust gehad: geen hevige windstoten en ijskoude temperaturen zoals de voorbije twee nachten. De zon en het felle licht maken ons al om half zeven wakker. We ontbijten met een laatste restje brood en choco, en proberen de chocopops met oplosmelk (een aanrader!). Rond half negen vertrekken we voor wat de laatste dag is van de Laugavegur trektocht.
We wandelen door een lavawoestijn en over een riviertje tot we de Emstrua-canyon bereiken.  Van daaruit zien we in de verte de geltsjertong Entujokull van de imposante Myrdalsjokull.
Om de canyon over te steken, moeten we eerst een steile afdaling overmeesteren. Gelukkig zijn er kabels voorzien, dus erg moeilijk is het niet. Via een brugje geraken we aan de overkant van de kloof.
We wandelen verder door de glooiende vallei en stijgen stilaan een aantal hoogtemeters waardoor we een nog mooier uitzicht hebben over de vallei en de gletsjertong.
Eenmaal boven stoppen we even om wat noten te eten, kwestie van de nodige brandstof binnen te krijgen!
Het pad loopt nu op en neer langs de Markarfjot canyon (rechts) en de Myrdalsjokull (links). Nadien wordt het pad vlakker en wandelen we door de open vlakte van Almenningar.
We nemen er een uitgebreide lunchpauze (tonijn uit een zakje!) en genieten van de zon op ons gezicht. Wanneer we de weg verderzetten, wandelen we een helling op tot we de Þrónga rivierbedding zien liggen.

We zoeken een plaats om de rivier te doorwaden zonder te diep in het water te moeten en dat lukt aardig, al moeten we wel onze schoenen verwisselen voor sandalen.
Aan de overkant van de rivier komen we meteen in een ander landschap terecht, met "bomen" (lees: struiken) en veel vegetatie. We volgen de bordjes naar Husadalur. In Thorsmork zijn namelijk drie hutten: Husadalur, Langidalur en Basar. Husadalur is de beste optie als je de bus wil nemen om terug te keren naar Reykjavik. Wie de trektocht verder zet richting Skogar kiest beter voor de hut van Langidalur, of zelfs de hut van Basar (nog meer in de richting van Skogar). Wij hebben niet voorzien om tot Skogar te stappen, dus kiezen we voor de hut in Husadalur. 

Om 14u komen we uiteindelijk toe aan de hut, helemaal uitgeput van de 56 km die we op drie dagen hebben afgelegd. We zetten de tent op, wassen onze kleren en doen een dutje in de zon: wat een beloning!

De hut van Husadalur vinden we erg gezellig: we genieten keihard van de heerlijk warme douche, de gezellig zithoek (met wifi!) en de sauna. We gebruiken de keuken en koken nog een (laatste?) trekkingsmaaltijd: thai green curry.


Omdat we de trektocht op drie dagen hebben gedaan in plaats van de geplande vier dagen, hebben we een extra dag gewonnen. We twijfelen of we toch niet tot Skogar zouden doorgaan, we hebben namelijk zin gekregen om de restanten van de vulkaanuitbarsting te zien. In één dag zien we dat echter niet zitten (het frans-duits koppel dat we in Hrafntinnusker tegenkwamen heeft ons nogal ontmoedigd), dus checken we bij het huurautobedrijf of we de auto geen dag later zouden kunnen ophalen. Helaas zou ons dat 600 euro extra kosten (!). Toch maar niet dus. Uiteindelijk besluiten we om nog een extra dag in Thorsmork te blijven en een dagtocht te maken tot de Fimmvorduhals en terug.
 
We doen nog een avondwandeling op de berg bij de hut en kruipen laat in bed (half twaalf!). Het is nog steeds licht als we gaan slapen.