Deze blog is verhuisd.

Je wordt automatisch doorverwezen binnen de 6 seconden. Loopt er iets mis, klik dan op
www.lauruli.com
en pas je favorieten aan.

woensdag 26 december 2012

Natte mini-trektocht in de Vogezen

Tussen Kerst en nieuw had Ulrike een aantal dagen vrij. Samen met de beste vrienden had ze besloten even naar de Vogezen af te zakken om er een heuse wintertrekking te ondernemen. Het zou de eerste ervaring met trekken in de winter worden. Omdat ik moest werken kon ik er helaas niet bij zijn, maar dit is haar verslag:

Route: Route des crêtes - Chalet de Machais - Rainkopf - Route des crêtes
Afstand:  ongekend
Hoogteverschil omlaag: ongekend
Weer: nat, sneeuw, mist en ijskoud
Overnachting: refuge Chalet de Machais


Door de drukke kerstdagen was er van planning niet veel in huis gekomen en vertrokken we richting Vogezen zonder te weten waar ze zouden trekken, slapen, etc. Wel wisten we dat het er nat zou worden: op meteo France werd 4 dagen stortregen voorspeld. 

Eens aangekomen in La Bresse gingen we naar het informatiepunt om na te gaan waar ze het beste konden wandelen en waar de refuges (onbemande hutten) zich bevonden. De informatiedames leken echter niet erg enthousiast en stelden ons enkel een aantal voorgekauwde sneeuwschoenwandelingen voor. In de bergen zou te veel sneeuw liggen en zouden we de pijltjes niet vinden. We konden ons echt niet voorstellen dat er sneeuw zou liggen aangezien het in het dal redelijk warm en kletsnat was. 

Ontgoocheld gingen we dan maar even een gokje wagen in de Inter Sport. En we hadden goed gegokt, de verkopers waren veel enthousiaster over ons plan en duidden op onze kaart enkele mooie plekken aan en goede refuges. We huurden dan toch elk een paar sneeuwschoenen en vertrokken naar boven. We zouden die avond naar een bemande hut rijden om van daaruit de dag nadien onze tocht aan te vatten.
Dat was buiten de sneeuw gerekend. Op 800 meter werd de weg plots een skipiste en moesten we noodgedwongen de auto parkeren en te voet verder gaan. We maakten dan snel onze zakken en zochten op de kaart de eerste de beste schuilhut. Ondertussen was het nog steeds onophoudelijk aan het regenen. 
Een korte hike later kwamen we inderdaad aan een hutje (chalet de Machais). De deur was open en we waren de enigen, dus perfect om te eten en te overnachten. Er stond een tafel en twee banken en een oude stoof die we jammer genoeg niet aan de praat kregen. Het werd algauw donker en we moesten in Petz-licht ons pureetje klaarmaken. 

Na het eten werd het bovendien erg koud en besloten we al snel ons bed te spreiden. Op de tafel en banken slapen leek ons geen optie wegens te koud (ijzer) en te smal. Dan maar op de grond: eerst een laagje reddingsdeken, dan de matjes dicht bij elkaar en tot slot de slaapzak. We trokken ons thermo-ondergoed aan en kropen vol goede moed in de slaapzak, maar na een uur of twee kregen we het nog altijd niet warm (en hadden we dus ook nog niet geslapen). Ik besloot een extra trui aan te trekken en Jo legde haar benen over mijn ijsklompjes van voeten. Tot overmaat van ramp begonnen de twee op verschillende toonhoogte te snurken. Midden in de nacht – tussen de piepende muizen en windvlagen door – schoot Wim plots in paniek uit zijn slaapzak: een dringende plas was aan de orde.


De slapeloze nacht zorgde voor een late start. Het weer moedigde ons ook niet echt aan: regen regen regen... Maar we waren voorzien op nat weer dus trokken we al onze waterdichte gear aan (regenjas, regenbroek, gaiters, handschoenen, muts en regenhoes) en vertrokken we voor een tocht op sneeuwschoenen naar de Rainkopf, een van de hogere toppen van de Vogezen (zo’n 1300 meter). En ja hoor, na een tiental meten stijgen werd de regen plots heuse sneeuw een waanden we ons in de Alpen.
Het landschap werd steeds witter, de sneeuw dieper en we waren best onder de indruk van al dat natuurschoon. Het moet natuurlijk wel gezegd dat we ondertussen doorweekt waren. Onze handschoenen konden we uitwringen en de regenhoes van de rugzak was toch niet zo effectief. Wat een geluk dat we sneeuwschoenen aanhadden. Bij de laatste klim naar de top, zetten we de schoenen op ‘stijgmodus’ en klommen zo redelijk comfortabel en gestaag naar boven. Ondertussen was er steeds minder bos en kregen eindelijk in de gaten hoeveel mist en wind er wel was. Op den duur zagen we het einde van de sneeuw en het begin van de lucht niet meer. De visibility was best ‘poor’ te noemen.
Eens op de top – joepie! – kwamen er felle rukwinden opzetten. Zo fel dat ze Wims regenhoes van zijn rugzak afrukten. Van een uitzicht was er uiteraard geen sprake dus wilden we zo snel mogelijk de weg richting tweede refuge vinden. Dat was echter niet zo makkelijk in de sneeuw en mist. Op de kam van de berg probeerden we 50 meter te dalen, maar we hadden al snel begrepen dat de rukwinden te fel en de zichtbaarheid te slecht waren om nog veilig verder te gaan. Dan maar op onze passen terug. Aan de vorige splitsing probeerden we nog een alternatieve weg langs de flank van de berg, maar ook daar was het pad onvindbaar door de sneeuw en leek het ons niet veilig om verder te gaan.
 
Ondertussen hadden we het ook erg koud gekregen door de regen en sneeuw en ook door een aantal keren te zijn gevallen dankzij die verdomde sneeuwschoenen. We besloten terug te keren naar de wagen en de dag nadien de tocht verder te zetten op een andere plek. De sneeuw maakte weer plaats voor regen en toen we eindelijk aan de auto kwamen waren onze handen en voeten zo bevroren dat we ons materiaal amper uitkregen.
 
Terug aangekomen in La Bresse leek het wel alsof alle skiërs in het stadje zaten. Het was er ongelofelijk druk en zoals gevreesd was er geen enkel deftig pension dat nog vrije kamers had. We konden ons onmogelijk voorstellen om in het natte weer in onze tent te slapen en besloten toen na lang overwegen om op te geven en huiswaarts te keren. Met de belofte pas terug te keren naar de Vogezen als we zeker wisten dat het mooi weer zou zijn. We maakten nog een eetstop in het gezellige Nancy en kwamen rond middernacht thuis alwaar we in ons zachte, droge bed kropen. De dag nadien bleek het geen slecht idee om te zijn vertrokken: mijn slaapzak was ondanks de plastic zak er rond helemaal vochtig, mijn handschoenen natte vodden en mijn rechterschoen een spons.

De Vogezen in de winter kunnen dus best alpiene trekken hebben. Erg leuk voor wie de Ardennen wel heeft gezien, want helemaal niet zo ver van Brussel. Enige planning kan wel geen kwaad, een goede site is refuges.info met een overzicht op de kaart van alle abri’s en refuges, zowel bemand als onbemand.

We gaan zeker eens terug, maar checken dan zeker eerst meteo france.

vrijdag 5 oktober 2012

Laos & Thailand 2012 - dag 6 - Op naar Luang Prabang

Klik hier voor een overzicht van de reis.

Route: Vang Vieng - Luang Prabang

Afstand: 185 km
Activiteiten: lange rit met de minibus
Weer: warm en een eerste moesson-bui
Overnachting: Guesthouse Villa Sayada, Luang Prabang

Na een verkwikkende douche maken we onze zak en ontbijten we, alweer met pannenkoeken, koffie en lao tea (met wel erg veel stokjes en blaadjes).

We rekenen de overnachtingen, maaltijden, fietshuur en busrit af met Mr Hassidy (76 euro in totaal) en stappen zwaar beladen naar de tolbrug. Om 8h30 zou iemand ons oppikken en naar het busstation brengen. Na 20 minuten wachten komt er eindelijk een tuktuk langs. We stappen in en maken kennis met de Australiërs Brendan en Nicole en pikken onderweg nog de Britse Laura op. Aan het busstation stappen we over in de minivan, de rugzakken vliegen op het dak.

We genieten van de karstbergen onderweg en wisselen tips en reisverhalen uit met de andere reizigers. Laura reist 3 maanden alleen in Azië rond, de Australiërs geven Engelse les in Ayutthaya (ze hebben een blog: travelfoodiesblog.com) en zijn er even tussenuit om op verkenning te gaan.
De chauffeur stopt regelmatig zonder iets te zeggen. Hij neemt enkele locals mee die verderop weer afstappen en stopt even in een dorp terwijl wij braafjes blijven wachten.
We rijden dwars door bergdorpjes waar de chillipepers worden gedroogt op de grond en de daken. Onderweg zien we een kind dat een soort wilde kat met de staart omhoog houdt: de vangst wordt verkocht aan de voorbijgangers. 

Na drie uur rijden stoppen we plots bij, dat denken we toch, het dorp waar de chauffeur en zijn familie wonen. We doen een wc-bezoekje (een echte wc, wat een meevaller!) en eten allen in het "wegrestaurant" van zijn vrouw. Dit is bij verre de minst hygiënische locatie die we zijn tegengekomen: het bestek is vuil, de specerijen zitten vol mieren en de zegels en plastieken dop van de waterflesjes zijn niet meer verzegeld. We vertrouwen het niet echt, maar veel keuze hebben we natuurelijk niet. De noedelsoep lijkt ons de beste keuze (kokend water, daar kan niet veel bij mis gaan), maar wat de duurste soep tot dusver is (1,2 €) blijkt ook de slechtste soep te zijn.

We zetten de rit verder, langsheen de vele bamboo hutjes die tussen weg en afgrond worden gepropt.
Na zowat 6 uur rijden komen we toe in het busstation van Luang Prabang (uiteraard alweer buiten het centrum, kwestie van de tuktuk-chauffeurs werk te geven). Met z'n allen onderhandelen we voor een naar het centrum. Bij de tweede chauffeur happen we toe en rijden we naar het centrum (voor 10.000 kip pp).

We worden afgezet niet ver van een guesthouse dat we in de reisgids hadden aangeduid, Guesthouse Villa Sayada. We nemen afscheid van onze medereizigers en checken het hotel uit. We kiezen voor de "dure kamer" (15 euro/nacht): een kamer in koloniale stijl met een groot bed, airco en deftige badkamer. 
We smijten onze spullen af en vertrekken na een douche op ontdekking. We reserveren een massage bij het Lao Red Cross voor 's avonds en wandelen langs de Nam Kha rivier en via binnenwegjes doorheen Luang Prabang, een koloniale weelderige stad vol monniken in oranje gewaden.
We proeven kip (?) op een stokje maar vinden het maar niets: het lijkt wel taai vet! Iets verder drinken we een fruitshake en informeren we ons bij de vele touroperators in de hoofdstraat.

We komen terecht bij de "night market" waar iedereen zich klaar maakt voor een regenbui: zeilen worden gespannen boven en langs de kraampjes, het is duidelijk een gekende routine. 

De lucht wordt steeds donkerder en het duurt niet lang meer of de regen valt met bakken uit de lucht. We vluchten naar een zijwegje waar we terecht komen tussen allerlei eetstalletjes, bijna volledig overdekt met golfplaten. Terwijl een man verse papaya salade voor ons maakt, loopt een ander kraampje volledig onder water en moet de arme man alles verzamelen en opdoeken.

We bestellen loempia's, papaya salade, rijstballetjes met coco, heerlijke mekongvis op de BBQ, rijstballetjes in bananenblad,.... en eten alles op onder de bescherming van de golfplaten, terwijl de regen nog steeds onvermoeid blijft neerstorten en emmer na emmer vult.


 
Ons eten is ondertussen op en het stopt maar niet met regenen. We besluiten dan maar de nattigheid te trotseren, en verstoppen de reflexcamera in een plastiek zak in onze zak. Met slechts 1 paraplu stappen we terug richting hotel. Ulrike gokt de weg, en gelukkig zitten we goed. Het water stijgt in de straten en wanneer we toekomen zijn we helemaal doorweekt. Het lijkt wel of we aan een wet-dress contest hebben meegedaan, maar de camera is gelukkig drooggebleven.

We trekken droge kleren aan en gaan dan naar de Lao Red Cross voor een laotiaanse massage (het is ondertussen gestopt met regenen). We krijgen elk een apart kamertje toegewezen. Ik wordt gemasseerd door Mr. Ping.  Terwijl ik op een oud matras lig (ik stel me maar niet teveel vragen rond de properheid en hygiëne), word ik heerlijk gemasseerd. Eerst de schouders en dan de rug met een kruidige zalf met methylsalicylaat (denk reflex spray), heel erg ontspannend. Wanneer Mr. Ping ook de benen masseert, gaat hij naar mijn mening soms te ver en is er van ontspannen geen sprake meer. Zucht... Wanneer de massage -eindelijk- gedaan is (Mr. Ping wil nog verder masseren: "you want stomach massage"? nee dank je!), vind ik Ulrike terug en vertel ik deze nogal verrassende ervaring. Zij vond het ook niet zo leuk: haar masseuse bleef maar zeggen "you're very beautiful", "come back tomorrow"... mmmh...

We keren na dit "avontuur" door de regen naar huis en gaan slapen in het heerlijk grote bed.

donderdag 4 oktober 2012

Laos & Thailand 2012 - dag 5 - Met de fiets door Vang Vieng

Klik hier voor een overzicht van de reis.

Route: Vang Vieng

Afstand: /
Activiteiten: fietsen en zwemmen in Vang Vieng
Weer: zonnig en snikheet
Overnachting: Maylyn Guesthouse, Vang Vieng

We hebben het vannacht lekker koel gehad. De kraaiende haan maakte ons al vroeg wakker, maar dat deert ons niet: we willen deze dag in Vang Vieng ten volle benutten.

We ontbijten met banana & chocolate pancakes in de Guesthouse, in gezelschap van twee schattige lapjeskatten. Na het ontbijt nemen we de gehuurde fietsen en fietsen we tot de Organic Farm, 4 km ten noorden van Vang Vieng. Het is nog vroeg en toch is het een helse tocht omwille van de verpletterende hitte.

We komen bezweet toe aan de Organic Farm, te laat om nog te helpen met het geitenmelken (gebeurt al om 6u30!). We krijgen toch nog een rondleiding op de farm, door een schattige jongen die maar al te graag zijn Engels oefent. Tijdens de rondleiding krijgen we een mud house te zien, de mulberry tree plantage (al zijn de bomen nu afgekapt, hetgeen 1 maal per jaar gebeurt), geiten, biggen, composthopen,...Alle inkomsten van de boerderij worden gebruikt voor opleidingen, tewerkstelling, steun en vorming van de lokale dorpelingen. De Organic Farm werkt hoofdzakelijk met vrijwilligers.
Na de rondleiding krijgen we een Hibiscus Icetea (heerlijk verfrissend!), en bestellen we nog een mulberry juice en een heerlijke geitenkaas.


Vlak aan de Organic Farm loopt de Nam Song rivier. De plaats is vooral gekend als startplaats van de tubing, een "sport" waarbij je op een rubberen binnenband van een traktor de rivier afdrijft. Op zich niet zo bijzonder, ware het niet dat langs de oevers van de rivier tientallen bars zorgen voor de nodige booze, drugs & partytunes. Een slechte combinatie met de touwen en ziplines waarmee je het water in kan duiken: er gebeurden al meerdere dodelijke accidenten.

Gelukkig is daar nu niets meer van te merken: alle bars langs de rivier zijn afgebroken en opgedoekt omwille van de ASEM (Asia-Europe Meeting) die in november in Laos gehost wordt. De overheid heeft alle rivierbars in Vang Vieng verboden, waardoor het heerlijk kalm en stil is op de Nam Song Rivier. We hadden bijna Vang Vieng van de route geschrapt omwille van het party-toerisme waarvoor de stad gekend staat, al een chance dat we de plaats toch nog een kans hebben gegeven!

Na een korte opfrissing in de rivier fietsen we terug door de hitte tot het Vang Vieng Resort. Het is tergend heet en we geraken maar moeizaam vooruit. Aan het Vang Vieng Resort betalen we tol om over de brug tot een leuke zwemplek en grot te geraken. 


We zwemmen in het helderblauwe, koele water en schrikken even van de grote spin waar we bijna tegen gelopen zijn. Wanneer de hitte uit ons lijf gezwommen is, nemen we de vele trappen tot in de grot.
 
Via de goed aangelegde wandelpaden in de grot kan je tot een prachtig uitzichtspunt wandelen, met uitzicht over de rivier en de vele rijstvelden in de omgeving.


We keren na het grotbezoek terug naar het hotel en eten er een Tom Yum soep en Lao Chicken, met verse milkshakes. We houden een lange middagpauze om te lezen en af te koelen van de hitte. Nadien fietsen we verder om tot een uitzichtspunt op een berg te geraken. De school is ondertussen gedaan en we komen overal weer fietsende kinderen tegen met paraplu's tegen de zon. Net als gisteren, worden we overal begroet met "sabaideee!".


Om tot het uitzichtpunt te geraken, moeten we tol betalen om de weg te kunnen vervolgen. Het wordt steeds moeilijker om te fietsen op de weg die meer en meer stenen bevat. Wanneer de weg plots een stenen rivierbedding wordt, besluiten we de fietsen achter te laten en te voet verder te gaan. We merken dat een lokale oude man een eindje achter ons aan wandelt.

De man volgt ons en wandelt zelfs met ons mee. Hij overtuigt ons om hem te volgen naar een grot en reikt elk een zaklamp aan. We weten niet goed wat zijn bedoeling is, maar besluiten de man toch te volgen in de grot. Binnen in de onverlichte gangen van de grot staat een enorm boeddabeeld. 
 
We volgen de oude man dieper de grot in, en ik probeer de route te onthouden die we nemen (links, rechts, rechts, links, onder, boven,...)... ik vertrouw het zaakje niet en wil niet afhankelijk zijn van de man om de weg naar buiten terug te vinden. 

De man maakt muziek door op de stalactieten te kloppen en leidt ons nog verder door de smalle spleten de grot in. Ik krijg het benauwd wanneer ik me langs een rots kronkel en oog in oog kom te staan met de grootste spin die ik ooit heb gezien: ter grootte van mijn handpalm. Ik krijg schrik dat ik een spin zou raken wanneer we ons door de spleten murmen en begin bovendien te vrezen dat de man ons wil doen verdwalen om dan geld te kunnen vragen of stelen of wie weet nog erger.... Ik weiger nog verder te gaan. De oude man wil me overtuigen: "big room, beautiful, not far", maar ik zet geen voet verder. Ulrike wil de big room zien en besluit verder te gaan met de man, terwijl ik wacht ter hoogte van de megaspin. Ik hoor ze verderweg gaan, tot ik plots helemaal niets meer hoor. In de stilte sla ik in paniek. Wat als hij haar vermoordt? Verkracht? Ik ben doodsbenauwd. Ik roep een paar keer en krijg geen antwoord. Gelukkig hoor ik na een minuut hun stemmen terug dichterbij komen. Oef! Ik maak duidelijk dat ik zo snel mogelijk terug naar buiten wil, maar we moeten van de man eerst nog langs een andere ruimte waar we een vleermuis te zien krijgen.

De gids begrijpt eindelijk dat we er genoeg van hebben en leidt ons helemaal tot de uitgang terug. Eenmaal buiten vraagt de man om geld voor de rondleiding. We zijn zodanig opgelucht dat hij niets ergers van plan was, dat we hem (na wat onderhandelen) 1,5 euro geven. Wat een avontuur! Op de terugweg naar de Guesthouse praten we nog na over alle dingen die hadden kunnen gebeuren.




We zetten de fietsen af aan de Guesthouse en gaan te voet verder tot het centrum van Vang Vieng. Het dorp valt echt verschikkelijk tegen: overal bars met allen hetzelfde menu en oude afleveringen van friends die uit de tv's schallen,  de winkeltjes verkopen allemaal dezelfde shorts en tanktops en nergens is volk te bespeuren. Het dorp straalt een triestige, verlaten sfeer uit. Aanvankelijk wilden we er in een restaurantje eten, maar we hebben geen zin in de saaie, onpersoonlijke bars. 

We besluiten terug te keren naar de Guesthouse, wanneer we verrast worden door een regenbui, de eerste bui van deze reis. We komen net op tijd toe bij de Guesthouse, alwaar we de hele avond zitten, eten en babbelen met de Nederlander Rob. Het regent non-stop en het valt ons op dat het hier al pikkedonker is om 18u00. 


Net voor het slapengaan besluiten we de volgende dag te vertrekken uit Vang Vieng: we hebben het wel gezien en hebben zin in meer culinaire mogelijkheden. De tubing en/of de grote lus van 32 km met de scooter hoeven we niet te doen. We boeken bij Mr Hassidy de minibus naar Luang Prabang voor de volgende morgen (elk 11 euro) en gaan dan slapen.

woensdag 3 oktober 2012

Laos & Thailand 2012 - dag 4 - Met de lokale bus tot Vang Vieng

Klik hier voor een overzicht van de reis.

Route: Vientiane - Vang Vieng
Afstand: 155 km
Activiteiten: stoffige busrit en fietstocht
Weer: zonnig en snikheet
Overnachting: Maylyn Guesthouse, Vang Vieng

Na een lange, uitputtende nacht staan we op om 6u30. We hebben geen oog dicht gedaan: eerst door de hitte, vervolgens door de airco. Gelukkig krijgen we een stevige tas koffie bij het ontbijt op het terras. We haasten onze spullen bijeen, rekenen af met de guesthouse en vertrekken te voet richting het busstation. 

We proberen af te dingen voor een tuktuk naar het busstation, maar merken al gauw dat de prijs die we voor ogen hebben (10000 kip of 1 €) te laag is en vangen meermaals bot. 
Het station is niet ver en dus stappen we koppig verder, tot een chauffeur uiteindelijk bereid is om ons voor 15000 kip tot daar te brengen.
 
Wanneer we aan het busstation toekomen vragen we meteen naar de bus voor Vang Vieng. Een man houdt een bus tegen die net vertrekt, roept iets naar de buschauffeur en wijst ons al knikkend naar de bus. Wanneer we opstappen kijkt iedereen ons aan: we zijn de enige buitenlanders. Het gangpad ligt bezaaid met meelzakken en we banen ons een weg naar achter, waar een man plaats maakt voor ons en ons helpt met de rugzakken.

De bus vertrekt met een hels kabaal en we hopen stilletjes dat we op de juiste bus zijn terechtgekomen en heelhuids gaan toekomen op bestemming. De bus rijdt met deuren open en rammelt zich een weg door de stoffige straten van het platteland. Af en toe roept een passagier iets naar de chauffeur, waarna we even stoppen langs een winkeltje zodat de persoon iets kan kopen. We stoppen regelmatig zonder dat we enig idee hebben waarom en voor hoe lang.
We rijden langs bamboo-hutten (bakstenen zijn hier duidelijk nog erg zeldzaam) en eindeloze kraampjes. Het rode stof waait door de open ramen naar binnen. Het is warm, plakkerig en stoffig in de bus.
Na een tweetal uur rijden, stappen een tiental dames op de bus om eten te verkopen. We kopen fruit (een soort van onrijpe mango met pikante saus) en een beignet met zoete nootachtige vulling. Geen idee wat het is.

Nog een uurtje later houden we even halt en stapt de helft van de bus uit. We begrijpen algauw dat dit een plaspauze is: de vrouwen verdwijnen in de bosjes en de mannen gaan wat verderop plassen. Tijd om zelf te gaan plassen is er niet meer, de bus vertrekt nog geen minuut later.

Ulrike is in slaap gevallen (de Touristil doet z'n werk) en ik leer ondertussen wat Lao woorden en zinnetjes uit de reisgids. De bus begeleider komt langs en we betalen onze rit: 40000 kip elk (4 €). De bus toetert zonder ophouden en bij elke bult in de weg vliegen we de lucht in. Wanneer we bergop rijden lijkt de bus wel achteruit te rijden: te voet zouden we sneller vooruit gaan.

De bus stopt nog een laatste maal op een groot plein met allerlei kraampjes. Van zodra de bus op het plein stopt komen er langs alle kanten vrouwen aangestormd. De vrouwen zwaaien met spiesjes van eitjes en gegrild vlees en verkopen hun waar door de ramen van de bus. We nemen een flesje water en reiken een briefje door het raam. Veel tijd is er niet, de bus vertrekt meteen verder en laat de vrouwen voor wat ze zijn.
Na 3 uur en 45 minuten komen we toe in Vang Vieng. De man die ons hielp met de rugzakken doet teken dat we er af moeten en helpt ons van de bus. We stappen af aan de oude landingsbaan van Vang Vieng, negeren de tuktuk's en stappen tot aan de tolbrug richting Maylyn Guesthouse, een afgelegen guesthouse dat ons door vrienden is aangeraden.
Van zodra we de Nam Song rivier oversteken komen we terecht in een landelijke omgeving, omringd door de meest indrukwekkende karstformaties. Guesthouse Maylin is prachtig gelegen tussen de rijstvelden en heeft een prachtige kleurrijke tuin. De hutjes met uitzicht op het water zijn volzet, maar we krijgen ruime en propere kamer met badkamer voor maar 8€ per nacht. We zijn moe en stoffig en testen meteen de badkamer uit om ons op te frissen.
    

In de gemeenschappelijke ruimte bestellen we een heerlijke, spotgoedkope, larp van rundsvlees, drinken een verse ananasmilkshake (0,60 €) en huren dan een paar fietsen voor de namiddag. In het check-boekje van onze kamer noteren we wat we bestelden, zodat we het later kunnen afrekenen, een praktisch systeem. Mister Hassidy spreekt goed Engels en toont ons op een kaart een fietsroute en de weg naar een paar mooie grotten en lagoons.

We vertrekken meteen met de fietsen richting "Blue Lagoon". De fietsen mogen dan niet veel kosten (1,50 € per dag), het lijken wel kinderfietsjes. Niet makkelijk op de zanderige weg vol stenen, zeker niet in die hitte!
We fietsen langs rijstvelden waar de lokale mensen de rijst aan het oogsten zijn, fietsen tussen loslopende honden en koeien, passeren kinderen die in hun blootje zwemmen in de rivier en oude vrouwtjes die huiswaarts keren van het veld met zware manden op hun rug. Overal worden we luidkeels begroet door de lokale kinderen: "sabaidee!". Voor even zijn we toeschouwer van het dagelijkse leven van de lokale mensen. De vriendelijkheid van de mensen onderweg en de eenvoud waarin zij leven treft ons diep! Denk daarbij de prachtige omgeving en de warme, stralende zon en je begrijpt al dat dit één van de beste momenten van de hele reis is.  
Na een tijdje fietsen komen we  bezweet toe aan de "Blue Lagoon", een helderblauw riviertje aan de voet van een grot. Reizigers en lokale kinderen slingeren en duiken het water in. De vrouwen in het water dragen zo goed als allemaal een t-shirt, dus besluiten we hetzelfde doen (kwestie van lokale gewoontes aan te nemen). Later vernemen we dat het absoluut not-done is om je in bikini te vertonen: teveel bloot wordt hier niet gewaardeerd.
We maken kennis met een canadees "Lynn", trekken foto's met de onderwatercamera en Ulrike springt uit de boom het water in. Na de welgekome afkoeling van het frisse water, gaan we naar de grot, samen met de canadees. De weg naar de grot is glad en vraagt enig klouterwerk, maar we zijn voorzien van goede sandalen. In de grot zorgt het binnenkomend licht voor een prachtig schouwspel. De zonnestralen vallen perfect op de liggende buddha midden in de ruime grot. Ulrike volgt de rode pijlen nog wat dieper de grot in, maar zelfs met zaklampen is het erg donker en glad en is het niet makkelijk om jezelf door de spleten te wringen om verder te komen. De rode pijlen houden ook niet op, dus na een tijd keren we terug naar de buitenwereld. Het is al laat en we besluiten terug te keren naar de guesthouse, maar niet nadat we nog foto's moeten trekken van de canadees die van de boom het water in slingert.
Onderweg terug hebben we het lekker fris dankzij onze natte t-shirts. We kruisen tientallen schoolkinderen in uniform die met de fiets naar huis gaan. Alweer worden we telkens begroet met "Sabaidee" en soms zelfs "Hello". We maken nog een korte wandeling om de rustige sfeer op te snuiven tussen de rijstvelden en langs de weg en eten vervolgens een lekkere "Lao chicken" en "beef with sweet basil" in de guesthouse. Een cocktail erbij maakt de avond compleet. We babbelen de hele avond met Rob, een aangename nederlander die 6 maand reist door Azië. Na een partijtje Yahtzee gaan we slapen onder ons muggennet, volledig ingesmeerd met muggenmelk.