Posts tonen met het label Witte kwikstaart. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Witte kwikstaart. Alle posts tonen

maandag 20 februari 2012

Vogelen in Moraira




Dit is het platje de l’Ampolla, het strand van Moraira veertien dagen geleden. Het was tijdens de koudegolf die grote delen van Europa teisterde en die ook aan de Costa-Blanca de temperaturen sterk deed dalen. Met zo nu en dan zelfs een nachtvorstje direct aan de Middellandse zeekust.  


Vlak achter het strandje ligt een klein riviertje, wat vroeger vrijelijk naar zee stroomde maar wat tegenwoordig is ingedamd en nu geleid naar zee stroomt. Het riviertje grenst niet alleen aan het strand maar ook aan een park met kinderspeelplaatsen en aan een drukbereden weg, al met al erg veel rumoer dus. Temeer daar er regelmatig feesten op het strand zijn, met luide muziek en er ook vuurwerk wordt afgestoken. Wie schets dan ook mijn verbazing dat ik er een Woudaap aantrof - één van de kleinste Europese reigersoorten - nauwelijks groter dan een duif. Dat is tweemaal merkwaardig omdat hij om deze tijd nog in Afrika hoort te zitten en omdat hij verstoringsgevoelig is.

  
Woudapen (Ixobrychus minutus) zijn kleine moerasvogels die solitair leven in dichte moerasvegetaties en zich voedt zich met kleine visjes, amfibieën en insecten. Ze broeden in rietkragen en ruigtes met wilgen en biezen, en zijn daarin moeilijk waar te nemen. De wintermaanden worden doorgebracht in tropisch Afrika. Woudapen leiden een zeer verborgen leven. Een ontmoeting met een woudaap is dan ook een zeldzame aangelegenheid. 


De Woudaap is in 2004 als ernstig bedreigd op de Nederlandse rode lijst gezet en staat ook als zodanig op de Vlaamse rode lijst. Internationaal staat de woudaap nog steeds als niet bedreigd op de IUCN rode lijst, maar valt wel onder het internationale natuurbeschermingsverdrag over bedreigde trekvogels. Maar er zitten nog meer pareltjes in dit piepkleine rumoerige gebied langs het strand. 


Zo zitten er ijsvogels die veel minder schuw zijn dan normaal, ze zijn waarschijnlijk gewend geraakt aan de wandelaars en de badgasten. Dat valt me ook altijd op als ik in Nederland kom, in een dicht bevolkt gebied zijn vogels altijd veel makelijker waar te nemen en veel minder schuw. Terwijl ik in Spanje, Portugal en Frankrijk in prachtige uitgestrekte natuurgebieden ben geweest waar je werkelijk geen mens zag maar waar geen vogel zich liet zien, terwijl je ze wel hoorde. Knap frustrerend vind ik dat altijd, wel horen niet zien. Ook frustrerend aan het vogelen is dat als je in de auto zit en je een prachtig vogeltje ziet, je heel voorzichtig je camera pakt en zachtjes het raam opendraait, probeert scherp te stellen op het nog steeds poserende vogeltje, je afdrukt en dan ziet dat je nog net de pootjes op de foto hebt staan. Vogels kunnen soms behoorlijk nieuwsgierig zijn en wachten tot het laatste moment om weg te vliegen, helaas toch nog te snel voor de camera. Vaak kun je dan blijven wachten tot je een ons weegt maar de vogel is gevlogen en laat zich niet meer zien. Heel, heel erg frustrerend is dat ik onlangs 300 kilometer heb gereden, een dag in een ijs en ijskoude schuilhut heb gezeten om een ijsvogeltje te fotograferen en ze, zonder het te weten, vlak bij me om de hoek zitten te poseren. Foute hobby maar wel erg leuk.  


Bij een IJsvogel (Alcedo atthis) kun je vrij eenvoudig zien of het een mannetje of een vrouwtje is. De mannetjes zijn van de vrouwtjes te onderscheiden aan de kleur van de basis van de ondersnavel, die bij het vrouwtje dofrood is en bij het mannetje net zo zwart als de bovensnavel. 


Bij het riviertje zit natuurlijk ook de Witte kwikstaart (Motacilla alba) een leuk, vrolijk, altijd bedrijvig vogeltje die je werkelijk overal kunt tegenkomen. Ze rennen vaak over de weg en vliegen pas op het allerlaatste moment op voor de aanstormende auto’s.    

zondag 25 december 2011

Waterspreeuw (Cinclus cinclus)


De Waterspreeuw (Cinclus cinclus) is een zangvogel uit de familie van waterspreeuwen (Cinclidae). De waterspreeuw is een herkenbare vogel met een donkerbruin verenkleed en een opvallende witte borst. De vogel heeft korte vleugels en vliegt met snelle slagen – een beetje zoals een IJsvogel - vaak laag over het water. Waterspreeuwen zitten regelmatig nerveus op en neer wippend op een steen in het water. Het zijn vogels die normaal voorkomen bij zuurstofrijke snelstromende beken en rivieren. In Zuid en Midden-Europa tref je de ondersoort (Cinclus cinclus aquaticus) aan. Bruinrood op de buik en daardoor roodbuik waterspreeuw genoemd. Waterspreeuwen verblijven af en toe in Nederland. Het gebied tussen Haarlem en Zandvoort - de Amsterdamse waterleidingduinen - was in 2010 en begin 2011 het favoriete plekje van twee van deze bijzondere vogels. Het ging hier om de noordelijke variant, ook wel de zwartbuik waterspreeuw of gewone waterspreeuw genoemd. 



Als je de waterspreeuw in het ijskoude water van bergriviertjes ziet fourageren begrijp je niet waarom zijn veren niet doorweekt zijn. Hij komt boven water met een air van iemand wiens haar altijd goed zit, zelfs midden in het kolkende water zie je nog geen druppel op zijn verenkleed. Je kunt dat rustig een klein wonder noemen net zoals het feit dat hij zich staande weet te houden in kolkende en snelstromende watermassa’s. Maar ze hebben dan ook van moeder natuur een speciale aanpassing gekregen.

Bij het foerageren zijn bergbeekjes favoriet omdat het water daar meestal niet vervuild is en er zich op de stenige bodem veel zoetwaterinsecten ophouden.

Hij waadt, zwemt en duikt om insecten, kreeftachtigen en kleine visjes te vinden langs de waterrand of op de bodem van de stroom. Tijdens het duiken verplaatsen ze vaak de kiezels op de bodem, zoals de merels bladeren omdraaien om lekkere hapjes te vinden.

Een waterspreeuw heeft een rivierterritoria waar ze luid roepend langs vliegen. Als uitkijkpost gebruiken ze meestal dezelfde stenen in de beek of rivier maar ze maken ook wel gebruik van een tak in het water. Als je op zoek bent naar de waterspreeuw moet je goed op de die stenen letten waar je uitwerpselen op ziet, want op die steen komt hij meestal terug. Maar waar je de waterspreeuw ziet zijn vaak ook de Witte kwikstaart en de Grote gele kwikstaart aanwezig en ook die komen op dezelfde steen terug en ook die deponeren hun uitwerpselen op de steen. Maar dat is het leuke aan vogelen, soms moet je iets uitvogelen.  


De vogel is in die donkere rumoerige beekjes nog niet zo eenvoudig te ontdekken want met uitzondering van zijn spierwitte bef valt hij nauwelijks op tegen de stenen van de beek. Daarbij is hij behoorlijk snel, erg ongedurig en schuw.
Het nest bevindt zich altijd boven het water, onder een brug, overhangende steen of boomwortel, soms onder de trappen van een waterval. De 4-5 eieren komen na 16 dagen uit.
De meeste waterspreeuwen zijn standvogel, maar bij koud winterweer is er enige trek naar lagere gebieden of naar de kust. De waterspreeuw heeft een lengte van 18 cm., een spanwijdte van 25 tot 30 cm. en een gewicht van 55 tot 75 gram. Zijn status is kwetsbaar.  

   

vrijdag 28 januari 2011

De vogels van de Riu Jalón – Las aves del Río Jalón

Zoals ik al schreef in het vorige bericht zitten er heel wat vogels langs de Riu Jalón in de Marina-Alta. Van enkele vogels, die op of langs de rivier zitten, kon ik foto’s maken.

Een jonge Boerenzwaluw (Hirundo rustica) schreeuwt om nog meer insecten, zodra hij die heeft gekregen gaat zijn snavel weer open en schreeuwt hij om nog meer. De oudervogels vliegen de gehele dag af en aan en komen nauwelijks aan rust toe.
De Vink (Fringilla coelebs) is een liefhebber van de bessen die langs de oevers hangen. Eet ’s Zomers ongewervelde dieren en zaden en ’s Winters voornamelijk zaden en vruchten.



De Blauwe reiger (Ardea cinerea)- op de foto een jong exemplaar – vind altijd wel iets van zijn gading. Van vissen tot ratten, jonge eenden en konijnen.
De Europese kanarie (Serinus serinus) komt naar de rivier om te drinken, te baden en om de zaadjes uit de riethalmen te halen.
De Groenling (Carduelis chloris ) moet het hebben van de zaden van laaggroeiende planten maar eet ook insecten.
De Iberische tjiftjaf (Phylloscopus ibericus) vangt o.a. muggen en muggenlarven.
De Zuidelijke klapekster (Lanius meridionalis) is niet zo’n gezellig vogeltje, zijn naam is afgeleid van het Latijnse woord lani wat slager of vleeshouwer betekent. Hij verorbert insecten, hagedissen, muizen en kleine vogels. Klapeksters spietsen hun prooien vaak levend en wel vast aan een takje als voedselvoorraad.
De Kleine zwartkop ((Sylvia melanocephala ) eet insecten en spinnen, in het najaar ook bessen en andere vruchten. Dit voedsel is volop aanwezig langs de rivier.
De Zwartkop (Sylvia atricapilla) eet insecten en bessen en foerageert meestal in bomen en struikgewas, maar komt ook wel op de grond.
De Roodborst (Erithacus rubecula) heeft als voedsel ongewervelden, zaden en vruchten. Foerageert voornamelijk op de grond, pikt hierbij ook onstuimig in de grond om ondergrondse prooi op te sporen. Jaagt soms vanaf een lage uitkijkpost.
De Zwarte roodstaart (Phoenicurus ochruros) [foto boven een mannetje, foto beneden een vrouwtje] Eet ongewervelden en vruchten, zit vaak op een uitkijkpost en hipt en rent rond als een Tapuit. Vangt ook vliegende insecten in de vlucht.

De Putter (Carduelis carduelis) eet voornamelijk zaden maar vooral ’s zomers ook insecten.
De Witte kwikstaart (Motacilla alba) Eet voornamelijk insecten en andere kleine ongewervelden.Jaagt op de grond, rent achter prooi aan en vliegt vaak klein stukje op om prooi in de lucht te vangen.
De Grote gele kwikstaart (Motacilla cinerea) eet voornamelijk ongewervelden; foerageert lopend en maakt korte sprintjes, vliegt soms even op om insect uit de lucht te pikken. Vangt ook kikkervisjes en kleine visjes.
De Roodkopklauwier (Lanius senator) eet voornamelijk grote insecten. Is meer insectivoor dan de Zuidelijke klapekster, maar eet ook wel kleine ongewervelden. Jaagt vanaf zitplaats net als de andere klauwieren.
Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...