Posts tonen met het label Polen. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Polen. Alle posts tonen

dinsdag 16 november 2010

Zwarte Ooievaar - Black Stork


De Zwarte ooievaar (Ciconia nigra)
is in tegenstelling tot de gewone Ooievaar een vrij schuwe vogel die zich, behalve tijdens de trek, zelden buiten het bos of het moeras laat zien. In de vlucht is hij net zo meesterlijk als de Ooievaar, maar vormt zelden grote groepen.


De Zwarte ooievaar 
is een grote vogel met een lengte van 100 tot 120 cm., een spanwijdte van 180 tot 220 cm., en een gewicht tussen de 2,5 en 4,5 kg. De Zwarte ooievaar onderscheidt zich van de gewone Ooievaar door het grotendeels zwarte verenkleed, de rode poten en snavel en de roodomrande ogen. Net als de Ooievaar roept de Zwarte ooievaar zelden.


De Zwarte ooievaar bouwt een groot, goed verborgen, nest van takken in een boom of op een rotsrichel. Hij broedt niet op gebouwen, zoals de Ooievaar. Het legsel bestaat uit 3 tot 5 eieren en jongen vliegen na 35 dagen uit. Doordat ieder jaar het zelfde nest wordt gebruikt kan dit in de loop van de jaren erg groot worden.


Het broedgebied bevindt zich in de uitgestrekte bos- en moerasgebieden van met name Oost-Europa. Maar ook in Spanje en Portugal zijn broedkolonies, veel van deze Zwarte ooievaars blijven ook tijdens de winter op het Iberisch schiereiland.






De juveniele vogels 
hebben nog niet de roodgekleurde snavel en poten zoals de adulte vogels en zijn in plaats van zwart, vaalbruin. Ook hebben ze nog weinig glansveren en door hun onervarenheid zijn ze vaak minder schuw. 


Het voedsel 
bestaat voornamelijk uit vis maar ook eten ze amfibieën en kleine zoogdieren, die gevangen worden in vochtige weiden, moerassen of ondiep water.

De soort komt voor van Europa tot Zuid-Afrika. In de Belgische Ardennen is de Zwarte ooievaar een broedvogel. Nederland ligt aan de noordwestelijke rand van het natuurlijk verspreidingsgebied en heeft in het verleden Zwarte ooievaars gehad. Door het verlies van ooibossen langs de rivieren is daar echter een eind aangekomen. Thans is de Zwarte ooievaar in Nederland geen broedvogel meer, maar in het rivierengebied is hij nog wel een schaarse maar regelmatige gast, die bovendien steeds vaker wordt  waargenomen. 
 
Men hoopt dat door natuurontwikkeling in projecten als de Gelderse poort een geschikt biotoop ontstaat. Omdat de Zwarte ooievaar met name in Polen, bijvoorbeeld in de nationale parken van de Biebrza en Bialowieza in aantal toeneemt, is er een kans dat deze soort in Nederland als broedvogel zal terugkeren.
Zwarte ooievaars zijn trekvogels die grote afstanden kunnen afleggen. In Zuid-Afrika worden zij vaak tezamen met de wat kleinere, ook grotendeels zwarte, Abdims ooievaar aangetroffen.

Tijdens de trek 
kan worden waargenomen dat hij in spiralen hoogte wint om bergketens te passeren, zoals de Pyreneeën, als hij op weg is naar het zuiden of het noorden.

woensdag 30 december 2009

Roodborstjes als Ambelopoulia.

Voor ons zijn roodborstjes (Erithacus rubecula) lieve, kleine vogeltjes, dieren die zich met name in deze tijd van het jaar gulzig tegoed aan de pinda’s of vetbollen die je in de tuin hebt hangen. Maar in het zuiden van Europa kijken veel mensen toch net wat anders tegen deze zangvogels aan. In Cyprus vormen ze namelijk een veelverkochte delicatesse. Jaarlijks zouden volgens milieubeschermers meer dan een miljoen zangvogeltjes in de kookpotten verdwijnen. Samen met andere kleine zangvogels worden de roodborstjes en masse gevangen en verkocht aan restaurants. Jagers gebruiken kleine stukjes hout met lijm die de veren van hun vleugels rukken. Deze strategie heeft tot gevolg dat de vogels niet weg kunnen vliegen en een enkele reis richting keuken voorgeschoteld krijgen. De vogels worden doorgaans gepekeld of gekookt geserveerd.
Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...